Een goede basis voor later

Een goede basis voor later

Taal en lezen

In de groepen 1 en 2 wordt een belangrijke basis gelegd voor het leren lezen. De onderdelen spreken, luisteren, het vergroten van de woordenschat en het stimuleren van letterkennis komen afwisselend aan bod. Er is veel aandacht voor de taalontwikkeling van de leerlingen. In groep 3 staat het leren lezen centraal. De leerlingen breiden hun letterkennis uit, leren verschillende woordtypen lezen en zij leren spellen. Vervolgens komt ook het onderdeel tekstbegrip aan de orde. Vanaf groep 4 vindt de verwerking van de taallessen afwisselend plaats op een tablet, chromebook of in een schrift. Spelling krijgt extra aandacht door de inzet van dictees en zogenoemde woordpakketten. De leerlingen bereiden vanaf groep 5 ook boekbesprekingen en spreekbeurten voor zodat het spreken voor een groep een natuurlijke zaak wordt. In de bovenbouw wordt de taalontwikkeling verder uitgebreid met ontleden, werkwoordsvorming, studerend lezen en het maken van werkstukken.

 

Schrijven

In de groepen 1 en 2 wordt wekelijks gewerkt met een schrijfcircuit. Er wordt veel aandacht besteed aan het trainen van de schrijfvoorwaarden, waaronder de fijne motoriek, oog-handcoördinatie, nauwkeurige waarneming en een goede pengreep en schrijfhouding In groep 3 wordt er dagelijks geschreven. De leerlingen leren de lees- en schrijfletters aan. In groep 4 leren de leerlingen hoofdletters schrijven. Tot en met groep 8 wordt aandacht geschonken aan het schrijfonderwijs. Schrijfonderwijs draagt er toe bij dat leerlingen een duidelijk leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgen.
 

Rekenen

In de groepen 1 en 2 wordt de basis gelegd voor getalbegrip. Spelenderwijs en tijdens kringmomenten komen de leerlingen onder andere in aanraking met cijfers en het tellen van hoeveelheden. In groep 3 maken de leerlingen kennis met optellen en aftrekken en leren zij vaardigheden aan die zij hiervoor nodig hebben. Vanaf groep 4 leren de leerlingen vermenigvuldigen en delen. Ook hoofdrekenen en cijferen komt aan bod. In de gehele onderbouw worden de volgende onderdelen ook regelmatig aangeboden: meten, meetkunde, rekenen met geld, tijd, tabellen en grafieken aflezen en wegen. In de bovenbouw wordt het rekenaanbod verder uitgebreid met breuken, procenten en verhoudingen en wiskundige onderwerpen zoals spiegelen en bouwen.